zondag 22 januari 2012

De teloorgang van de Ankerplaats

'Aan de vlaggenmast hang een geitenwollen sok’. Dat was een karakteristiek van Vlieland die ik jaren geleden in een gidsje over dit eiland las. Of het klopt? Mijn eerste bezoek dateert van begin jaren ’80. Bij de VVV hadden we een arrangementje geboekt voor het verblijf in een huisje op De Ankerplaats en bootkaartjes. ‘Vlieland  vacantie-eiland’ was de leus die ik op de bevestigingsbrief aantrof. Een typische jaren-vijftig kreet, zou de tijd daar nog een beetje stil zijn blijven staan? Wij erheen met een knusse veerboot, waar ze onderweg met friet en kroketten langskwamen.
En dan de eerste keer op Vlieland. Het kleine dorp waar je aankomt, met de vuurtoren erachter. Het ziet er nog steeds ongeveer zo uit, elke keer weer een feest van herkenning. Bij aankomst werd je opgewacht door een oude trekker met aanhanger die je bagage wel wilde vervoeren. Wat er verder aan auto’s rondreed, leken afdankertjes van de vaste wal. Wij vertrokken met een huurfiets richting vakantiepark Ankerplaats, de verst van het dorp verwijderde vakantiehuisjes. Zeg maar gerust zomerhuisjes. Simpele bouwwerkjes van wat bakstenen en kozijnen met een plat dak. Een houten vloer, doorgezakte bedden, een badkamer vol pissebedden en met zo’n simpel Fasto-geisertje boven het aanrecht.
Huisje Ankerplaats. let op de olietank
Maar wat het meeste indruk maakte: Vlieland had geen aansluiting op het aardgasnet, het huisje werd verwarmd met een grote zwarte oliekachel! (Let bij de foto op de grote olietank aan de muur!) Dit is twintig jaar terug in de tijd! De huisjes droegen namen als ‘Boeier’, ‘Schoener’ en ‘Windjammer’. Het was natuurlijk vooral de ligging van de huisjes die het geheel bijzonder maakte: maar één duin over en je was aan het strand. En wat ik niet snel zal vergeten: de geluiden van de eenden en meeuwen die over het dak liepen. De eigenaar van de huisjes bleek een ‘Stichting Recreatiebelangen Vlieland’, het toerisme moest in die tijd blijkbaar nog gestimuleerd moest worden. Vlieland in de jaren tachtig, een heerlijk simpel eiland waar het massatoerisme nog niet echt leek te zijn doorgedrongen.
Na een aantal vakanties op Vlieland in andere huisjes, kwamen we na zo’n tien jaar weer op de Ankerplaats terecht. De huisjes waren gemoderniseerd. Frisse kleurtjes, geen oliekachel meer en er was zelfs televisie. Gebleven waren de doorgezakte bedden, de pissebedden in de badkamer, de fantastische ligging, de vogels op en om het huisje en de prettige prijs. Een jaar later wilden wij zo’n huisjes nog eens huren, maar toen waren ze ineens uit de catalogus verdwenen. Wat was hier aan de hand?!
Privatisering. Zaken die in een beschaafde samenleving voor iedereen eenvoudig toegankelijk en betaalbaar moeten zijn, worden omgebouwd tot winstgevende producten, waar snelle reclamejongens mee aan de loop gaan en die met sprongen duurder en slechter worden. Zo is het ook de Ankerplaats vergaan. De ‘Stichting Recreatiebelangen’ kwam door een verkeerde exploitatie van camping Stortemelk in financiële nood en heeft de huisjes verkwanseld aan particulieren. Sommige kopers zijn er netjes mee omgegaan en hebben de huisjes in hun waarde gelaten, anderen denken hier snel rijk te kunnen worden door de huisjes in tweeën te splitsen om zo dubbel huur te vangen. De charme van toen is er in ieder geval helemaal vanaf.
Het is misschien wel tekenend voor de veranderde sfeer op Vlieland. Van eenvoudig ‘vacantie-eiland’ lijkt Vlieland zich te willen omtoveren tot een wat elitair vakantieoord voor de beter gesitueerde toerist. Misschien ook geen wonder op dit door de VVD gedomineerde eiland. De geitenwollen sok in de vlaggenmast is vervangen door een vlag met een dikke, agressieve fourwheeldrive. Hét statussymbool voor eilanders die over de ruggen van de toeristen rijk zijn geworden en dat moeten laten blijken door diezelfde toeristen ermee op de enige weg die er is van de sokken te rijden.

Vlieland is een mooi eiland, alleen jammer dat er Vlielanders wonen.

Ankerplaats begin jaren '90, er wordt al bijgebouwd
Voor het eerst gepubliceerd in april 2006 op waddenvriend.weblog.nl